1
H1 - Samrøða 1
2
H1 - Groeten van mensen
3
H1 - Andere bruikbare zinnen
4
H1 - Woordgeslachten vocab.
5
H1 - Persoonlijke voornaamwoorden nominatief
6
H1 - Samrøða 2
7
H1 - Wat werkwoordsvormen 'eg'
8
H1 - Namen
9
H1 - Vraagwoorden
10
H1 - Wat landen en nationaliteiten
11
H1 - Wat zinnen + talen
12
H1 - Werkwoord "At vera" (zijn) o.t.t.
13
H1 - m.b.t. Relaties etc.
14
H1 - vocab. Venjing 6
15
H1 - Samrøða 3
16
H1 - Lesistykki 1 og 2
17
H1 - Lesistykki 3
18
H2 - Samrøða 1
19
H2 - Mállæra, 1, 2, 3 en hun vormen
20
H2 - Getallen 1 tm 20
21
H2 - Tientallen 30 - 100 (spreektaal)
22
H2 - Getallen 50 - 90 in schrijftaal
23
H2 - Persoonlijke gegevens
24
H2 - Samrøða 2
25
H2 - Hoe gaat het ermee?
26
H2 - pg. 35 Werkwoorden en woorden
27
H2 - Samrøða 3
28
H2 - Dagen van de week etc
29
H2 - Maanden van het jaar
30
H2 - Seizoenen
31
H2 - Tijdsuitdrukkingen
32
H2 - Voorzetsels en bijvg. nw. voor tijd
33
H2 - Lesistykki 1
34
H2 - Lesistykki 2
35
H2 - Lesistykki 3
36
H2 - Orðatak
37
H3 - Samrøða 1
38
H3 - Mállæra, afspraken maken